Ons verhaal

Als ik de Ben’s Barbershop in Zwolle binnenstap kijk ik m’n ogen uit. Wat een gezellige inrichting, is het eerste wat ik denk. Er zitten 3 klanten in de stoelen. Er wordt veel geouwehoerd en gelachen. Dit is echt een fijne plek om te zijn. Ben doet een kop koffie in. Daarna laat hij me alles zien. Dit is zijn terrein. Zijn alles. De reden waarom hij zijn bed uitkomt. ‘Ik wil dat ons verhaal op papier komt,’ zegt Ben. ‘En dat moet jij doen.’ Een week later spreken we af.

 

Het is nog vroeg. We zitten met z’n drieën aan tafel: Ben Meulman, Mats Raterman en ik. Hole 10 van Golfclub Zwolle ligt er mooi bij. Mats kijkt ernaar. ‘Als ik dit zie, kan ik bijna niet wachten op mijn pensioen. Het is toch geweldig om de dag met een rondje golf te beginnen?’ Ik vind golfen ook leuk, maar deze twee mannen zijn eraan verslaafd. Compleet mesjogge van het spelletje. Daarom is de golfbaan een logische locatie voor ons interview.

 

Ik kijk in de ondeugende ogen van Ben. Zijn baard is weer superstrak getrimd. ‘Nou, kom maar op met je verhaal.’ Ik ben er klaar voor, want ik giet net het laatste slokje koffie achterover. Het is even stil. Ik zie hem denken. ‘Weet je wat de grote inspiratiebron was om barbier te worden?’ Ik heb natuurlijk geen idee. Hij gaat verder. ‘Een maffiafilm. Veel scenes in die film speelden zich af in een barbershop. Iedereen kwam daar bij elkaar. De kapper stond echt midden in de samenleving. Hij luisterde vooral naar alle verhalen en wist bijna alles. Dat wil ik ook, dacht ik. Ik vond het zo cool. Schuim, zeep, het open scheermes en de geur van cologne. En mannen onder elkaar. Met mannenhumor en mannenverhalen. Ik zag het zo voor me.’

 

Een opleiding volgen en vlieguren maken. Dat deed Ben. In 2019 kon hij de zaak van zijn werkgever overnemen. Ben weet het nog als de dag van gisteren. ‘Ik hoefde er geen seconde over na te denken. Dit is mijn leven. Hiervoor ben ik in de wieg gelegd.’ In 2019 belde Mats naar de barbershop. Hij wilde door een bekende worden geknipt. Maar die werkte er niet meer. ‘Ik heb toen toch maar een afspraak met Ben gemaakt. Het werd onverwacht heel gezellig. Vanaf dat moment ben ik nooit meer door een ander geknipt.’ De band tussen de twee werd steeds sterker. Ze hadden een totaal andere opvoeding gehad en dachten compleet anders over heel veel dingen. ‘Maar we hebben respect voor elkaar en kunnen het daardoor goed met elkaar vinden. Het is nooit stil als we bij mekaar zijn. We hebben altijd gespreksstof. Op een gegeven moment zijn we samen gaan golfen,’ vertelt Ben. Mats vult hem aan. ‘Ja, en nu zijn we bijna niet meer van de golfbaan af te slaan. We zijn er echt wel een beetje aan verslaafd hoor.’ Met een vriendenteam doen ze inmiddels mee aan de competitie. Onderling kunnen ze het ook niet laten. Ze willen allemaal de beste zijn en gaan dus voor de laagste handicap. Haantjes zijn én blijven het. Wat dat betreft zijn het echte mannen.

 

Tijdens hun favoriete sport begonnen ze wat te fantaseren. Samen ondernemen leek ze wel wat. ‘Een indoor golfbaan in Zwolle. Hoe gaaf zou dat zijn? We hebben ons helemaal suf gerekend, maar het was niet haalbaar,’ aldus Mats. Geen indoor golfbaan dus. Op de terugweg na een competitiewedstrijd ontstond een nieuw idee. Ben had een paar biertjes achter de kiezen en klaagde dat hij net weer een mailtje had gekregen over prijsverhogingen van zijn haarproducten. ‘Waarom maak je je eigen haarproducten niet?’ was de vraag van Mats na deze klaagzang. Ben had zijn antwoord natuurlijk klaar. ‘Ja, leuk idee. Maar hoe dan? Ik kan dat toch niet.’ ‘Maar ik wel,’ zei Mats. Hij is ingenieur en vond het wel leuk om hiermee aan de slag te gaan. Een week had hij ervoor nodig. Toen was het eerste proefmonster klaar. Twee potjes zelfs. Ben gaat verder met een grote glimlach. ‘Het was echt troep. Maar het had wel potentie. Het leek in ieder geval op pomade. Maar dit had ik bij niemand in het haar durven smeren.’

 

We zijn inmiddels toe aan ons tweede kopje koffie. Mats kijkt af en toe nog steeds verliefd langs me heen richting hole 10. Hij zou maar al te graag een balletje slaan, maar hij moet zo weer aan de bak. We pakken samen de draad van ons interview weer op. Van de troep die Mats had gemaakt moesten ze samen iets goeds zien te maken. Daarom bundelden de barbier en de ingenieur hun krachten. Ben wist waaraan zijn pomade moest voldoen. ‘Ik wilde geen white label. Voor mij geen potje uit Amerika of China met mijn eigen naam erop. Nee, het moest anders. Iets nieuws uit Nederland. Ambachtelijk gemaakt, gezond voor het haar en zonder ingrediënten die afkomstig zijn van dieren. Daarmee zijn we zelf aan de slag gegaan.’ De vraag van de dag was in het begin: wat moet er worden veranderd om het beter te maken? Mats maakte bijna elke dag een nieuw potje in zijn keuken. Dat zette hij bij de voordeur. Ben kwam het de volgende ochtend ophalen om het die dag uit te proberen. Zo werd het steeds een beetje beter en kwam er een versie die ze konden laten testen. Want het moest natuurlijk wel aan alle strenge regels voldoen.

 

Mats en Ben vertellen bijna in koor. ‘Het heeft even geduurd maar het is uiteindelijk gelukt. De goedgekeurde versie is makkelijk aan te brengen en ruikt superlekker. Bij het ontwikkelen hebben we de kunst van het weglaten toegepast. Daardoor is-tie perfect in zijn eenvoud. Onder het motto: less is more. Alleen de noodzakelijke ingrediënten hebben we erin gedaan. En we hebben ervoor gezorgd dat je ‘m heel eenvoudig kunt uitspoelen met water. Dit is wat ons betreft dé pomade voor de moderne man!’

 

De pomade maken ze nu achter in de barbershop in Zwolle. Per keer kunnen ze 50 blikjes vullen. Ze doen alles zelf. Mengen, labelen en het bijhouden van de voorraad. Als ze aan de gang gaan lijken het wel twee van die laboratoriumgasten, die proefjes aan het doen zijn. ‘We noemen het zelf ook brouwen,’ zegt Mats. ‘Dat klinkt mooi toch? Lokaal gebrouwen pomade voor het haar.’ Ben heeft nog een mooi verhaal. ‘Er kwam een keer zo’n vrachtwagenchauffeur wat materiaal leveren voor onze pomade. Dat zat in van die blauwe vaten. Op het moment dat die man bij ons binnenkwam, was ik net een rechercheur aan het knippen. Die dacht echt dat we een dekmantel waren voor een of ander drugslab. Ik heb hem natuurlijk alles laten zien. Maar op dat moment was het wel hilarisch.’

 

Ze zijn blij met de samenwerking. ‘We zijn zelfs notarieel getrouwd,’ glundert Ben. ‘We hebben een bv opgericht en kunnen kibbelen als een stelletje dat al jaren bij elkaar is. Onze karaktereigenschappen en persoonlijkheden botsen weleens. Mats is analytisch en secuur. Ik ben nogal impulsief en doe veel op m’n gevoel. Maar het werkt. We vullen elkaar perfect aan. Dat vind je in alles terug. De inhoud van elk potje is echt een ‘sausje’ van Mats én van mezelf.’

 

Mats laat me een potje zien. ‘Mooie naam en logo toch?’ Ik lees ‘HOLD’EM pomade’. Dat bekt inderdaad lekker. En het logo ziet er strak uit. Mats ziet het al helemaal voor zich. ‘Straks lopen veel mannen in een polo met ons logo op de borst. Heel subtiel geborduurd. Daarboven de mooi getrimde baard en het strakke kapsel, waar de wind geen vat op krijgt door onze pomade. Mooier wordt het toch niet?’ Ik moet bekennen dat ik enthousiast word van hun verhaal. Dit zijn mannen op een missie. En met een droom. Een hele grote droom. Die zomaar werkelijkheid kan worden. Volgens mij is het slechts een kwestie van tijd.

 

Geschreven door: Marcel Kalter

Back to blog

Leave a comment

Please note, comments need to be approved before they are published.